Cultureel-erfgoeddecreet van 6 juli 2012

In 2012 werkte het agentschap verder aan de opmaak van het nieuwe Cultureel-erfgoeddecreet en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

 

Het decreet

Op 27 juni 2012 werd het nieuwe Cultureel-erfgoeddecreet goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Op 6 juli 2012 volgde de bekrachtiging door de Vlaamse Regering.

De aanleiding om het Cultureel-erfgoeddecreet aan te passen is het Planlastendecreet. Het Planlastendecreet legt nieuwe algemene regels op over de wijze waarop gemeenten en provincies subsidies aanvragen en verantwoorden bij de Vlaamse overheid. Het Cultureel-erfgoeddecreet van 2008 werd aangepast aan deze nieuwe algemene regels.

Het nieuwe Cultureel-erfgoeddecreet brengt evenwel ook nog andere wijzigingen met zich mee.

  • technische aanpassingen: enkele technische aanpassingen resulteren enerzijds in een eenvoudigere regelgeving, anderzijds worden een aantal tekortkomingen weggewerkt die het Rekenhof vaststelde in het decreet van 2008.
  • inhoudelijke aanpassingen: de voornaamste zijn de mogelijkheid voor structureel gesubsidieerde cultureel-erfgoedorganisaties om projectsubsidies aan te vragen voor internationale projecten en de mogelijkheid om een belangenbehartiger voor de cultureel-erfgoedsector te subsidiĆ«ren.

 

Uitvoeringsbesluit voor de formulering van de Vlaamse beleidsprioriteiten

Op 14 september 2012 keurde de Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit houdende de formulering van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het Cultureel-erfgoeddecreet definitief goed.

Deze beleidsprioriteiten worden bepaald in uitvoering van de nieuwe subsidiemethodiek die het Planlastendecreet bepaalt voor gemeenten en provincies. In het nieuwe Cultureel-erfgoeddecreet van 6 juli 2012 vallen enkel de provincies en 5 steden (Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven en Mechelen) onder deze nieuwe methodiek. Deze beleidsprioriteiten zijn dus enkel van toepassing op de provincies en de steden Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven en Mechelen.

De provincies en de betrokken steden kunnen via hun meerjarenplanning 2014-2019 intekenen op de Vlaamse beleidsprioriteiten en hiervoor subsidies ontvangen.

De beleidsprioriteiten voor de provincies zijn:

  • het ontwikkelen van een regionaal netwerk van cultureel-erfgoeddepots voor het duurzaam bewaren van cultureel erfgoed van de cultureel-erfgoedbeheerders op het grondgebied
  • het ontwikkelen van een dienstverlening voor cultureel-erfgoedbeheerders met betrekking tot het duurzaam bewaren van cultureel erfgoed door:
  • expertise te ontwikkelen en te verzamelen en die expertise ter beschikking te stellen, met bijzondere aandacht voor het thema collectieverwerving en -afstoting
  • depotruimtes voor cultureel erfgoed te faciliteren
  • het coƶrdineren en opzetten van regionale aggregatie- en preservatie-initiatieven voor digitaal cultureel erfgoed met het oog op duurzame toegankelijkheid.

De beleidsprioriteiten voor de steden Antwerpen, Gent, Brugge, Leuven en Mechelen zijn:

  • het inzetten op digitaal cultureel erfgoed vanuit een strategische visie op duurzame preservatie, aggregatie en nieuwe vormen van ontsluiting
  • het inzetten op religieus cultureel erfgoed
  • het inzetten op culturele archieven
  • het ondersteunen van de vrijwilligerswerking die zich inzet voor de zorg voor en ontsluiting van cultureel erfgoed.

 

Uitvoeringsbesluit voor de verdere uitwerking van de voorwaarden, criteria en procedures

Op 1 februari 2013 keurde de Vlaamse Regering het uitvoeringsbesluit houdende de uitvoering van het Cultureel-erfgoeddecreet van 6 juli 2012 definitief goed. Het besluit voorziet specificaties en procedures voor de verschillende onderdelen van het decreet en maakt aldus de uitvoering van het decreet mogelijk.

 

Timing

Het nieuwe Cultureel-erfgoeddecreet zal het decreet van 23 mei 2008 vervangen:

  • vanaf 2013 voor erkenningen en werkingssubsidies
  • vanaf 2014 voor projectsubsidies.