U bevindt zich hier:
Vrijstelling van successierechten voor Topstukken
In haar regeringsverklaring drukte de Vlaamse Regering de wens uit om de Vlaamse bevoegdheden inzake successierechten ook aan te wenden als een beleidsinstrument ten gunste van de bescherming van het roerend cultureel erfgoed:
‘We maken werk van een ‘Collectie Vlaanderen’ en een krachtenbundeling van onze belangrijke musea om Vlaanderen internationaal nog beter op de kaart plaatsen. Daartoe bouwen we verder aan het topstukken- en sleutelwerkenbeleid, het ontwikkelen van een successieregeling, een regeling voor de inbetalinggeving van kunstwerken en een overheidsgarantie voor bruiklenen’ (De Vlaamse Regering 2009-2014, p. 68).
Het gaat om een gedeelde bevoegdheid: de minister van Cultuur is bevoegd voor de zorg voor het roerend cultureel erfgoed, de minister van Financiën en Begroting is bevoegd voor de regeling van de successierechten.
Het agentschap stelde een ontwerp van decreet op tot invoering van een vrijstelling van successierechten voor het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, alsook een bijhorende memorie van toelichting.
Deze ontwerpen werden voorjaar 2012 aan het kabinet Cultuur bezorgd. Het kabinet bezorgde op haar beurt de ontwerpen aan het kabinet Financiën en Begroting, in functie van een overleg.