Evaluatie kunstenbeleid

Medio 2011 werd op initiatief van het afdelingshoofd binnen de afdeling Kunsten en binnen het bestaande personeelskader een werkgroep Kunstenbeleid opgericht. De eerder samengestelde werkgroep alternatieve financiering, die in de eerste helft van 2011 werkte aan een inventaris van alternatieve financieringsinstrumenten, werd hiervoor aangevuld met enkele subwerkgroepen:

  • advisering en beoordeling
  • ondernemerschap
  • rol van de overheid
  • internationalisering
  • individuele kunstenaar.

Doel van de werkgroep was om vanuit de praktijkervaring van de medewerkers tot een diepgaande evaluatie te komen van het kunstenbeleid. Het werkgroepproces ging, na de grote tijdsinvestering van de afdeling Kunsten in de meerjarige subsidieronde, pas in 2012 echt van start. Door deze voorafgaande denkoefeningen was de afdeling goed voorbereid toen minister Schauvliege eind juni bekendmaakte het Kunstendecreet nog voor het einde van de legislatuur te willen wijzigen. Vanaf dan focuste de werkgroep zich op de evaluatie van het Kunstendecreet.

Bij de analyse en evaluatie is ook rekening gehouden met de input van het kunstenveld en van verschillende actoren, waaronder commissies, steunpunten, belangenbehartigers, de Strategische AdviesRaad voor Cultuur (SARC) en vertegenwoordigers van de andere bestuursniveaus. De afdeling Kunsten coördineerde in het najaar hiervoor een brede bevraging, waarvan de resultaten eind 2012 aan de minister werden bezorgd. Daarnaast liet de minister door de Universiteit Antwerpen een onderzoek uitvoeren naar de wenselijkheid van verdere verfondsing en stelde ze een commissie met tien experten samen om een aanzet te geven voor de vernieuwing van het Kunstendecreet.

Dit alles resulteerde begin 2013 in een conceptnota over de vernieuwing van het Kunstendecreet en het beleidskader kunsten, die op 15 maart 2013 door de Vlaamse Regering is goedgekeurd.