Instellingen van de Vlaamse Gemeenschap

In 2005 duidde de Vlaamse Gemeenschap 7 cultuurinstellingen aan als Instelling van de Vlaamse Gemeenschap. Het gaat om de Vlaamse Opera, deFilharmonie, deSingel, het Vlaams Radio Orkest en Radio Koor en het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, die gesubsidieerd worden in het kader van het Kunstendecreet. Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen worden gesubsidieerd binnen het cultureel-erfgoeddecreet.

Op 25 april 2008 besliste de Vlaamse Regering om ook de Ancienne Belgique (AB) te erkennen als Instelling van de Vlaamse Gemeenschap binnen het Kunstendecreet. De overgang in subsidiewijze vond plaats in 2011. Tot dan werd de AB gesubsidieerd als muziekclub binnen het Kunstendecreet en ontving ze een subsidie voor het beheer van haar gebouwen.

In 2012 ontvingen de instellingen van de Vlaamse Gemeenschap de volgende subsidies:

Organisatie Bedrag
DEFILHARMONIE 7.137.591,00
VRO-VRK (VLAAMS RADIO KOOR EN ORKEST) 8.287.921,20
DESINGEL 6.870.000,00
KONINKLIJK BALLET VAN VLAANDEREN 5.850.976,70
VLAAMSE OPERA 19.277.693,72
ANCIENNE BELGIQUE 1.822.511,10
TOTAAL 49.246.693,72

 

Synergie instellingen Vlaamse Gemeenschap

In oktober 2010 maakte minister Schauvliege haar plannen voor verregaande synergie tussen de instellingen van de Vlaamse Gemeenschap in het kader van het Kunstendecreet bekend.

Naar aanleiding van deze plannen werden er door de Commissie Cultuur van het Vlaams Parlement hoorzittingen gehouden met de betrokken instellingen en nationale en internationale experten.

Deze hoorzittingen leidden tot een resolutie waarbij het Vlaams Parlement de nood aan een adequate synergie tussen de kunstinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap met het oog op het in stand houden of versterken van artistieke uitmuntendheid onderschreef. Daarnaast erkende men dat er een behoefte was aan een hertekening van het landschap van de kunstinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap.

Er werd aan de minister gevraagd om bij de uitvoering van deze plannen:

  • een beleid te voeren dat de kunstinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap in staat stelt om hun artistieke werking en uitstraling – in Vlaanderen, maar ook internationaal – verder te versterken
  • de beschikbare infrastructuur en de andere ondersteunende voorzieningen van de kunstinstellingen zo optimaal mogelijk te laten benutten (bijvoorbeeld het gebruik van eenzelfde infrastructuur door meerdere instellingen), de programmatorische werking van de instellingen op elkaar te laten afstemmen, en deze principes en de financiële gevolgen ervan te concretiseren in de beheersovereenkomsten met de betrokken instellingen
  • de samenwerking tussen de kunstinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap en de andere kunstenorganisaties, bij uitbreiding de culturele sector in Vlaanderen, te stimuleren, en deze samenwerking te kaderen in een toekomstgerichte tekening van het kunstenlandschap in Vlaanderen, inclusief een langetermijnvisie over de evolutie van dat landschap
  • de artistieke identiteit van het Ballet van Vlaanderen en van de Vlaamse Opera te waarborgen
  • de marketing en publiekswerking van het Ballet van Vlaanderen te versterken onder meer door het meer en betere kansen te bieden op het gebruik van de grote Vlaamse podia en op samenwerking met de orkesten
  • in de beheersovereenkomst met het Vlaams Radio Orkest, deFilharmonie en het orkest van de Vlaamse Opera voor elk orkest een duidelijk artistiek profiel uit te tekenen
  • binnen de zes maanden een voorstel uit te werken voor de samenwerking van de klassieke orkesten, waarin zowel de twee grote orkesten, het opera-orkest als de orkesten gesubsidieerd in het kader van het Kunstendecreet betrokken worden en waarbij het de ambitie moet zijn om, via deze samenwerking, het niveau van de beste Europese orkesten te halen
  • de stadsbesturen waar de kunstinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap en de presentatieplekken gevestigd zijn, optimaal te betrekken bij deze ontwikkelingen en beslissingen te nemen in nauw overleg met hen
  • de presentatieplekken te ondersteunen om hun opdracht te vervullen
  • in dit hele proces bijzondere aandacht te hebben voor de levenskansen – zowel projectmatig als structureel – van kleinere kunstenorganisaties en gezelschappen uit het Kunstendecreet.

 

Beheersovereenkomsten 2011-2015

In 2011 werden de beheersovereenkomsten met instellingen van de Vlaamse Gemeenschap gefinaliseerd. In deze overeenkomsten werden de principes van het plan van minister Schauvliege voor verregaande synergiën tussen de instellingen geconcretiseerd.

Wat betreft de Vlaamse Opera en het Koninklijk Ballet van Vlaanderen (KBVV) werd in de beheersovereenkomsten opgenomen dat de Vlaamse Gemeenschap in deze beleidsperiode een vergaande en structurele synergie tussen beide organisaties verwacht. 

Voor het begeleiden van de transitie werd per 1 juli 2011 Dominique Savelkoul aangesteld als transitiemanager. In de loop van 2012 zijn een aantal belangrijke stappen ondernomen waarvan de vernieuwing van de raden van bestuur en de aanstelling van een nieuwe artistieke directeur voor het Koninklijk Ballet van Vlaanderen de belangrijkste waren. Volgend op de aanstelling van de nieuwe raden van bestuur werden er drie werkgroepen aangesteld: een werkgroep personeel & structuur, een werkgroep infrastructuur en een werkgroep financiën.

Deze werkgroepen kwamen op zeer regelmatige basis samen om duidelijke antwoorden te formuleren op specifieke vragen om zo gezamenlijk uiteindelijk één visie te ontwikkelen. De resultaten van deze werkgroepen zijn voor het merendeel meegenomen in het eindrapport van de transitiemanager. Op basis van dit rapport zullen de raden van bestuur de transitie implementeren in overleg met de bevoegde organen en dit tegen 1 januari 2014.

Wat betreft de samenwerkingen tussen de koren en de orkesten werd er in de beheersovereenkomsten opgenomen dat de intendanten van de organisaties deel zullen uitmaken van een managementcomité van de koor- en orkestenpool van de Vlaamse Opera, deFilharmonie en Brussels Philharmonic/Vlaams Radio Koor. Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, dat zelf niet beschikt over een vast orkest maar onder voorwaarden een beroep zal doen op de orkesten, zal worden uitgenodigd als waarnemer bij de vergaderingen van het managementcomité. Na intens overleg werden afspraken gemaakt over de begeleiding van het ballet door de orkesten. Deze worden verankerd in princiepsovereenkomsten tussen de betrokken organisaties.

Tot slot werd voor een verbetering van de afstemming tussen de productiehuizen en presentatieplekken in de beheersovereenkomsten opgenomen dat de organisaties zouden deelnemen aan een gestructureerd overleg dat door de Vlaamse Gemeenschap zou geïnitieerd worden tussen de presentatieplekken deSingel, Muziekcentrum de Bijloke, Concertgebouw Brugge, Bozar, Ancienne Belgique en Flagey en de productiehuizen deSingel, deFilharmonie, Brussels Philharmonic/VRK en de Vlaamse Opera.