Regelgeving

Cultureel-erfgoeddecreet van 23 mei 2008

  • decreet van 23 mei 2008 houdende de ontwikkeling, de organisatie en de subsidiëring van het Vlaamse cultureel-erfgoedbeleid, gewijzigd bij het decreet van 13 maart 2009
  • besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 ter uitvoering van het Cultureel-erfgoeddecreet van 23 mei 2008, voor wat betreft de subsidiëring van landelijke cultureel-erfgoedorganisaties en cultureel-erfgoedprojecten, de cultureel-erfgoedconvenants en de advisering
  • besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 ter uitvoering van het Cultureel-erfgoeddecreet van 23 mei 2008, voor wat betreft de toekenning van een kwaliteitslabel aan collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties en de indeling van musea en culturele archiefinstellingen bij het Vlaamse niveau.

Met het Cultureel-erfgoeddecreet:

  • zet de Vlaamse Gemeenschap in op een ééngemaakt en performant steunpunt
  • kent de Vlaamse Gemeenschap een kwaliteitslabel toe aan musea, culturele archiefinstellingen en erfgoedbibliotheken
  • bouwen de Vlaamse Gemeenschap, de provincies en de steden en gemeenten een complementair cultureel-erfgoedbeleid uit in het kader van het protocol van akkoord gesloten tussen de Vlaamse Regering, de Vereniging van de Vlaamse Provincies (VVP) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG)
  • ondersteunt de Vlaamse Gemeenschap cultureel-erfgoedinstellingen en -organisaties op Vlaams en internationaal niveau
  • ondersteunt de Vlaamse Gemeenschap het lokale cultureel-erfgoedbeleid door het sluiten van cultureel-erfgoedconvenants met een gemeente, een intergemeentelijk samenwerkingsverband of de Vlaamse Gemeenschapscommissie
  • ondersteunt de Vlaamse Gemeenschap het regionale cultureel-erfgoedbeleid door het sluiten van cultureel-erfgoedconvenants met provincies
  • wordt het beleid voor het cultureel erfgoed en het beleid voor het onroerend erfgoed op elkaar afgestemd via een protocol
  • subsidieert de Vlaamse Gemeenschap tijdelijke projecten van landelijk/internationaal belang.

Belangrijke kenmerken van het Cultureel-erfgoeddecreet:

  • Een geïntegreerd en integraal cultureel-erfgoedbeleid betekent dat het beleid afgestemd wordt op andere beleidslijnen en -domeinen zoals het kunstenbeleid, het jeugdbeleid, het seniorenbeleid, het toeristisch beleid maar ook in interactie treedt met onderwijs en afgestemd is op het beleid voor het onroerend erfgoed.
    Een integraal cultureel-erfgoedbeleid wil zeggen dat er zowel aandacht gaat naar de zorg voor het cultureel erfgoed en dus naar behoud en beheer, depots, inventarisatie, maar ook dat er voldoende aandacht is voor publiekswerking, onderzoek, educatie …
  • Een complementair cultureel-erfgoedbeleid betekent dat het beleid van de verschillende bestuursniveaus op elkaar is afgestemd. Hierover werd een protocol van akkoord gesloten tussen de Vlaamse Regering, de VVP en de VVSG. Het protocol bevat afspraken over de samenwerking en de taakverdeling met het oog op de ondersteuning van de cultureel-erfgoedsector.
  • De Vlaamse overheid en de provincie- en gemeentebesturen staan in voor de structurele financiering en ondersteuning van collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties. Elk bestuursniveau richt zich daarbij op de financiering van de werkingen die relevant zijn voor respectievelijk Vlaanderen, de provincie, de stad of de gemeente. De indeling van musea en culturele archiefinstellingen bij het Vlaamse, regionale of lokale niveau vormt de basis voor het bepalen van deze verantwoordelijkheid. Deze indeling drukt geen waardeoordeel uit. Ze geeft aan wie verwacht wordt een verantwoordelijkheid op te nemen voor de ondersteuning van collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie.
  • De Vlaamse overheid draagt een verantwoordelijkheid voor cultureel-erfgoedorganisaties die een relevantie hebben voor Vlaanderen.
  • De provincies dragen een verantwoordelijkheid voor de cultureel-erfgoedorganisaties die een regionale werking ontwikkelen en die bijdragen aan een streekgericht cultureel-erfgoedbeleid.
  • De gemeenten dragen een verantwoordelijkheid voor de cultureel-erfgoedorganisaties die een lokale werking ontwikkelen. Van de lokale besturen wordt verwacht dat ze een visie ontwikkelen over de lokale inbedding van cultureel-erfgoedorganisaties.
  • De vaak complexe ontstaansgeschiedenis van bepaalde collecties cultureel erfgoed en van de beherende cultureel-erfgoedorganisaties zorgt ervoor dat de hoofdverantwoordelijkheid steeds bij de eigenaar van de collectie of het bevoegde gezag van de cultureel-erfgoedorganisatie ligt.

 

Memoriaaldecreet

Op 15 juli 2011 keurde het Vlaams Parlement het decreet houdende de erkenning van en de subsidieregeling voor het Memoriaal van de Vlaamse Ontvoogding en Vrede, kortweg het Memoriaaldecreet, goed. Dit decreet voegt de verschillende subsidiesporen aan het IJzermemoriaal samen, zowel voor het beheer van het gebouw en de site als voor de culturele werking.

Het decreet voorziet in het sluiten van een beheersovereenkomst voor een periode van vijf jaar op basis van een beleidsplan. De beheerders van het IJzermemoriaal dienden begin september 2011 een beleidsplan in, op basis waarvan in de eerste helft van 2012 een eerste beheersovereenkomst gesloten werd.